Over nieuwe paden. De onrust van verandering. En hoe daar mee om te gaan. Over re-integreren dus. Want langdurig ziek zijn binnen een grote organisatie vraagt meer dan ik dacht. Hoe doe ik dat, duurzaam terug stappen in het werkende leven?
Ik ben ambtenaar bij een grote gemeente. Ik ben langer dan een jaar ziek geweest. En dat brengt het één en ander met zich mee.
Re-integreren binnen een grote organisatie
Voorop gesteld: ik vind mijn werk ontzettend leuk. Dus ik werk met veel liefde aan terugkeren in mijn eigen functie. Maar dat gaat niet zomaar.
Terug gaan naar je werk betekent binnen mijn organisatie vooral: risicovermijding. En daartoe moet ik heel veel mensen spreken.
Lieve en goedbedoelende mensen die stuk voor stuk de situatie waar ik in zit op hun eigen manier aan mij uitleggen. Elk met hun eigen (vaak onnavolgbare) jargon.
Het betekent ook heel veel processtappen doorlopen, want op de achtergrond kijkt het UWV mee. En dus is er een dossier, waarin wordt gerekend in weeknummers sinds de datum dat ik uitviel. Waarin het gaat over de Wet Verbetering Poortwachter. Waarin wordt gesproken over dingen als sancties.
En betekent ook: verplicht oriënteren op ander werk. Ander werk dus dan ik tot voor ik uitviel met heel veel plezier deed. Het werk waarin ik dus aan het terugkeren ben. Dat heet Spoor 1: ander werk binnen de organisatie.
Dan is er nog Spoor 2. Oriënteren op werk buiten de organisatie. Heel ander werk, op een heel andere plek. Verplicht ook. Want: Wet Verbetering Poortwachter.
En dat blijkt wat met me te doen. Het volgend van die twee sporen náást het reïntegreren in mijn eigen functie. Energie te vragen. Een investering in tijd, dat ook.
Uitdaging
Spoor 1 en 2 nodigen mij dus uit om stappen te zetten richting iets heel anders dan ik nu doe.
En vrij strakke stappen ook. Want onder het Spoor 1 en Spoor 2-traject liggen vastgelegde processtappen. Waar je aan moet voldoen. Onder dreiging van allerlei juridische termen. Het woord ‘sanctie’ valt geregeld.
Dat vraagt dus om inlezen. Me goed informeren. Snappen wat het systeem nodig heeft om mij te ‘vertrouwen’. Voor het geval de dingen echt mis lopen. Wat ik niet verwacht, maar waar ik dankzij dit proces toch weer meer aan moet denken.
Zinvol bijdragen aan verandering ten goede
De leukere kant van dit proces is: ik moet/mag me dus oriënteren op heel ander werk. In een heel andere sector. Waar zou ik nog meer goed in zijn, dan in communicatie?
Toevallig* had ik daar al beelden bij. Want: een half jaar thuisgezeten. Geregeerd door angst, waardoor ik niet meer goed naar buiten durfde. Bij mij bracht dat de wens me te ontwikkelen – binnen de mogelijkheden die ik wél had. Online.
Het bracht ook een heleboel tijd om na te denken. Om na te vóelen. Zit ik inderdaad nog op de juiste plek? Draag ik, in mijn huidige functie, nog zinvol bij aan verandering ten goede? Zou ik dat op een andere plek, met ander werk, ook kunnen doen?
Daaronder de vraag: kán ik mijn huidige functie nog wel doen? Is er in mijn leven niet te veel veranderd? Moet (mag) ik misschien naar een ander tempo overschakelen? Zodat ik meer ruimte creëer voor mijn thuissituatie? Die, hoe je het ook wendt of keert, óók tijd en energie blijft vragen.
Ik mediteerde. Deed lichaamswerk. Maakte stapels tekeningen. Duidde die ook, samen met mijn studiegenoten. Ik las me vijftig slagen in de rondte. Boeken, artikelen, essays, memoires.
En ik kwam tot de conclusie: ja, in mijn huidige functie draag ik zeker nog bij aan verandering ten goede. Ik geloof in het werk dat ik verzet binnen de organisatie waar ik voor werk. Dat is nodig. En dat is nuttig.
Tegelijkertijd had ik in het proces met onze dochter gezien hoeveel verschil één docent kan maken. Wat echt kijken naar een mens, zien wat voor soort begeleiding dat mens nodig heeft én bereid zijn om de regels van een schijnbaar onbuigzaam systeem te buigen, vanuit vertrouwen – dat was een enorme bron van inspiratie.
Ambtenaar wordt juf?
Zover ben ik nog lang niet. Want ik vind mijn huidige werk ook zeer zinvol. Ik vind de mensen met wie ik dat werk doe inspirerend. Ik ben er graag.
Ik had al wat stappen gezet, eerder speels dan doelgericht, onderzoekend: wat zou er nodig zijn om juf te worden? Welke route zou de meest logische voor mij zijn?
Afgestudeerd aan de kunstacademie, sinds een paar jaar weer aan het creëren. Me toegelegd op het individuatieproces, lees: hoe word je een heel mens? En welke rol kan kunst daarbij spelen?
Want dát kunst daar een belangrijke rol in kan spelen, dat heb ik helder. Ik begeleid elke zaterdagochtend mensen in het uiting geven aan hun intuïtieve creativiteit. En dat geeft elke keer weer zulke verrassende inzichten.
En vooral ook: ik heb in therapie mijn waarden helder gekregen. Creativiteit is er daar één van. Naast zinvol bijdragen aan verandering ten goede.
Tekenjuf in het voortgezet onderwijs
Tekendocent is dus idee 1. Elke dag bezig met kunst, en daarmee jonge mensen begeleiden in hun ontwikkeling.
Ik liep mee met de deeltijdstudenten aan de WdKA, zag hoe leuk dat was, deed toelatingsexamen en werd aangenomen. In september zou ik kunnen starten.
… of juf op de Vrije School?
Tegelijkertijd kwam de Vrije school PABO op mijn pad. Heel warme herinneringen aan de weken dat ik op een vrije school in Australië vrijwilligerswerk deed.
Ook een type onderwijs waarin rituelen en kunst centraal staan. Waarin holistisch wordt gekeken naar jonge mensen. Jonge mensen op allerlei manieren worden gestimuleerd zichzelf te ontwikkelen. En als zichzelf aanwezig te zijn in de wereld.
Twee fantastische opties. In elkaars verlengde, maar toch ook heel anders.
En ook: geen idee of ik dat überhaupt kan. Voor de klas staan. In die zin beide dus ook spannend.
Als competent twijfelaar valt hier meer dan voldoende te twijfelen ????
Terug naar Spoor 2
En dat is dan weer mooi aan het Spoor 2 traject. Daarbinnen móet ik dit onderzoeken. Werken aan een elevator pitch. Aan een resumé. Een CV.
Netwerkgesprekken voeren om deze paden te onderzoeken. Uitzoeken hóe dan, een tweejarige deeltijdopleiding. Of toch een zij-instroomtraject. Wat betekent dat financieel? Ik moet sollicatiebrieven schrijven. En misschien wel op gesprek. Superspannend allemaal.
Verschillende scenario’s openhouden
Alles bij elkaar betekent dit dus dat ik een stuk of vier opties aan het onderzoeken ben. Waarvan ik één pad al aan het bewandelen ben. En de rest er dus naast komt.
Ik merk dat dat effect heeft op de re-integratie Die verloopt minder voortvarend dan ik van mezelf had verwacht. Dat geeft ongemak. En daar heb ik me toe te verhouden. Leerzaam. Groeizaam. En ook: energievragend.
Hoe houd ik mijn zielenrust?
Midden in al deze zwevende informatie en opties kwam de meditatieweek van het Zencentrum Zuid op mijn pad. Elke dag van 6:30 tot 7:40 verstillen en vertragen – prachtig.
Ik zat me al in te schrijven, tot ik iets voelde bewegen in mijn buik. Weerstand. Op zo vroeg in de ochtend mijn huis uit moeten. En daarna doorrrr naar kantoor. En ík realiseerde me iets.
Intuïtieve creativiteit: een dagelijkse praktijk
Ik héb al een dagelijkse praktijk. Elke dag een uur vertragen, met intuïtieve creativiteit als ankerpunt. Daar begeleid ik nota bene sessies in, elke zaterdag ochtend. Dus waaróm doe ik dat niet elke ochtend van 6 tot 7? In ieder geval deze week. Zo gezegd zo gedaan.
6 AM SoulCollage – op het ritme van de maan
Ik stond elke dag om 6 uur op, ging aan mijn bureau zitten en maakte #SoulCollage®️ -kaarten. Drie zelfs, op vrijdag. In totaal 7. De kaarten zijn gemaakt in de fase van de Wassende Maan. En toevallig genoeg geven deze kaarten een prachtige bespiegeling.
Intuïtie talking: zeven interne delen geven advies
SoulCollage®-kaarten vertegenwoordigen verschillende delen in jou. Zoals bij Voice Dialogue, ACT Therapie en vooral zoals bij IFS. Hier lees je daar meer over. Door die delen op een kaart te zetten, creëer je een bepaalde afstand. En kun je dus met jouw eigen delen in gesprek. Heel fijn bij een complex onderwerp als dit.
De Imker laat zien dat ik iets moois in handen heb – ik durf het alleen nog niet te vertrouwen. Ik scherm me er nog voor af. De Onbevangene toont me dat er veel kracht en rijks ligt in de ervaringen van het verleden – dat ook die pijn iets prachtigs biedt. Me een stevige basis biedt.
De Drempelwachter vertelt me dat ik me best nog even mag koesteren in de warmte en het licht van het bekende. En: dat in het donker ook veel voedzaams wacht. Ik maakte deze kaart woensdag; de dag daarvoor was pittig geweest qua situatie thuis. Dit deel geeft me rust; ik hoef niet nú iets groots of spannends te doen.
Manifestatie – dat was me wat, deze kaart ineens te zien verschijnen! Manifestatie toont me dat ik zelf wenk wat ik wens. Ze vraagt me radicaal te vertrouwen op dat wat komt – ook al ziet dat er misschien anders uit dat ik me had voorgesteld.
De Vertragende Aftaster laat me zien dat er iets heel moois zit in deze tijd van vertraging. Drie maanden heb ik om me te oriënteren op Spoor 1 en 2 enerzijds, terwijl ik ook werk aan terugkeer naar mijn eigen werk. Ik hoef het niet vandaag al te weten. Ik mág aftasten. In traagte onderzoeken.
De Competente Twijfelaar; die is me zo bekend. Zij vraagt me te begrijpen hoe waardevol deze Tussentijd is. Liefde te tonen voor de langzaamheid van dit proces. Om nieuwsgierigheid tegenover de sluimerende angst te zetten.
En tot slot Kalme Kracht. Die weet: you’ve got this. Met absolute zekerheid. Die vraagt me in het volle licht te gaan staan. Met al mijn shizzle. Al mijn emoties. Alle bagage – ja, ook die sluimerende angst. Die onzekerheid. Naast die kracht. Dat vertrouwen. Die zichtbare eigenheid.
Lang verhaal kort? Ik mag vertragen. Ik mag twijfelen. Ik mag net zo ruim onderzoeken als ik nodig acht. Ik mag mijn af en toe opvlammende angst herkennen, erkennen én vragen om in de wachtkamer te gaan zitten. Ik mag dit proces laten lopen zoals het loopt. Met mijn ogen open. In vol en radicaal vertrouwen in mijn eigen kracht.
*) toeval? Dat kun je ook definiëren als een kwestie van niet-herkende oorzaak en gevolg